ECI Reports

Fotografie tijdens Corona

11/5 2020
Foto van Martijn Welzen
Martijn Welzen

Blogger | ECI Popzaal concerten

Straten zijn leeg, sportwedstrijden, festivals, muziek- en theateractiviteiten zijn afgelast of uitgesteld en vakanties zullen in 2020 nauwelijks doorgang vinden. Dat alles maakt dat de wereld, sinds het ingaan van de regels op 15 maart, in rap tempo kleiner is geworden. Ook ons eigen culturele clubhuis ontkomt niet aan deze barre realiteit. Tot zover vertel ik niks nieuws. Maar betekent dit ook dat vermaak, verwondering en beleving tot stilstand zijn gekomen? Online draait de wereld gewoon door en zijn er vele activiteiten te vinden. Heel anders dan voor het podium staan en genieten van de vele geweldige acts, maar niet minder indrukwekkend. En, misschien nog veel belangrijker, laat het een onderbelichte kant van het leven zien.

De foto-opdracht van ECI verMAAKT, vraagt om een persoonlijk beeldverslag over hoe deze coronacrisis wordt beleefd. Leg je dan je omgeving vast in al zijn verlaten schoonheid? Eigenlijk hetzelfde als voorheen, maar dan zonder zijn inwoners. Of duik je meer in de beleving van de details. Een zoektocht naar datgene wat normaal gesproken in de drukte van deze moderne tijd slechts als een flits aan je voorbijtrekt en daardoor totaal geen indruk achterlaat. Rust en geduld, zijn simpelweg niet de eigenschappen verbonden aan het jachtige leven, maar zijn juist nu, op bijzonder zonnige dagen in april wanneer de maatschappij op de handrem staat, te vinden in de tuin. Vaak een vergeten, dichtgetegelde plek, waar een vreemd woord als onderhoudsvriendelijk synoniem is aan desinteresse.

Toch is er zoveel vast te leggen in kleur en vorm, en te beleven in geur en geluid, dat het de moeite loont in de opengevallen uren van de pandemie er eens goed naar te kijken. Om die reden zijn de foto’s ook gemaakt met een Instax camera. Een bijna knullig eenvoudig fototoestel dat direct een onontwikkeld kaartje uitspuugt. Na een paar minuten geduld ontstaat er een ielig fotootje met nogal valse kleuren. Dat deze kleuren vals zijn kan ook liggen aan de sinds oktober 2018 overschreden houdbaarheidsdatum. Zegt ook wel iets over hoe onze wegwerpmaatschappij tot in de datering van spullen is doorgedrongen. In plaats van ongebruikt weggooien worden de afbeeldingen eigenlijk alleen maar mooier door de verkeerde ontwikkeling, en de kleine beschadigingen.

Daarnaast is er, in tegenstelling tot alle hedendaagse camera’s, ook maar één mogelijkheid om het begeerde object op de plaat vast te leggen. Fouten zijn zo gemaakt, maar die voegen vaak nog wat toe aan de charme. Een zin waarvan je hoopt dat je chirurg of tandarts die nooit zal uitspreken.


Foto’sFoto één: De proeffoto van deze serie. Een pot vergeet-me-nietjes, naast een dikke Boeddha. Het blauw van de bloemen wordt direct vaal, en het is ook niet te zien dat deze foto overdag is geschoten. Voor de oplettende lezer; er staat ook een erlenmeyer tussen de bloempot en de stapel bakstenen. Daar stond een geknakte bloempluim van sering in. Niet dat gedacht wordt dat ik tijdens deze lockdown een Breaking Bad-achtig drugslab heb geopend.

Foto twee: Tegen de oude muur die ons terras van dat van de buren scheidt groeien al enkele jaren judaspenningen. In de vrije natuur eigenlijk een schaduwplant, maar hier, in de volle zon, doen ze het bovengemiddeld goed. Door het gebruik van de flits, en met het baksteenmotief op de achtergrond, lijkt de plant een karakter te krijgen. Een schuldig karakter en bovendien op heterdaad betrapt. Ik denk dat deze paarse vriend op het punt staat om zijn buurman, ook een judaspenning, maar dan uitgebloeid, van zijn zuur verdiende penningen te ontdoen. Zou hier een generatiestrijd gaande zijn?

Foto drie: Als een moederkloek staat deze, bijna onherkenbare, betonnen gans tussen schitterende lavendel. Je kunt bijna hettypisch blazende geluid horen, dat deze vogels je toewerpen als je hun kroost te dicht nadert. De andere planten die hier feilloos de kunst van photo-bombing hebben uitgevoerd zijn, met de klok mee, blauwkussen, rozemarijn en weigelia.

Foto vier: Met een Instax is het schier onmogelijk om de focus op korte afstand goed te krijgen. Toch laat deze lavendel zich zo mooi vastleggen, en krijgt een mooie kleur en dromerige diepte.

Foto vijf: Het bewijs dat er met de kleuren iets niet klopt. Een wildernis van lichtblauwe vergeet-me-nietjes verandert in een groen tapijt waar witte vlekjes boven lijken te dansen. Of zijn het kleine vlinders geworden die van schrik en in volle haast hun rustplaats moeten prijsgeven?

Foto zes: Misschien het meest indrukwekkende model, in ieder geval in het vroege voorjaar, is de akelei, die als solistische paarse en roze ballerina’s opduiken. Wederom een plant met een koppig karakter, omdat deze het voor elkaar krijgt niet in een goed verzorgde voedzame border te willen staan, maar met veel moeite tussen stoffige betonklinkers in de volle zon tot wasdom kan komen. Zit er de wijze les in dat er buiten de gebaande paden van de moderne maatschappij een mooier en bovenal intenser leven is?

Foto zeven: Ah ja… focus. Geprobeerd om een slak op een uitlopende hibiscus vast te leggen. Geen slak, bijna geen hibiscus! Wel een daglelie, met daarachter een varen. De varen heeft, ondanks de nog al lage plek op de evolutieladder van de flora, een meest elegante manier van het uitrollen van haar bladeren. Denk dat ik daarom ook het vrouwelijk bezittelijk voornaamwoord gebruik. Geloof niet dat een man in deze elegantie ook maar enige moeite zou steken.

Foto acht: Daar is de slak! Nog steeds wazig, maar niet minder mooi tussen de hibiscustwijgen. Net het nemen van de foto was het meeste groen ook alweer verdwenen. Eten, dat kan mijn gestreepte vriend.


meer reports